Eten of diëten... Eten of diëten... blijf genieten!
Onze kijk op de wereld uit zich in onze verhouding ten opzichte van voeding. Volkeren drukken zich uit via hun voedingsgewoonten. Maar de media maken het tegenwoordig vaak moeilijk om een antwoord te vinden op bepaalde vragen omtrent voeding. Wil je gezond en smakelijk eten? De biologische landbouw biedt alvast een oplossing.
Religies zijn rijk voorzien van voor- schriften wat voeding betreft. In het judaïsme wordt vlees getolereerd, maar ontdaan van bloed. Bepaalde dieren mag men «consumeren», andere zijn bezoedeld. Bedorven voedsel is absoluut uitgesloten aan tafel. Wat zuiver is, is perfect. Vandaar de verheerlijking van zout, dat gekend is voor zijn eigenschap om voedingswaren in zijn oorspronkelijke vorm te bewaren. Ons onderbewustzijn is doordrongen van de symbolische waarde van voeding. Het brood staat bijvoorbeeld bij uitstek symbool voor het leven, denk maar aan de vele uitdrukkingen, zoals «zijn brood verdienen» en «brood op de plank». Eten en drinken zijn een biologische noodzaak. Maar deze essentiële handelingen gaan gepaard met een veelheid van emoties. Plezier, frustraties, verwachtingen, goede en slechte ervaringen, tradities en familiale verplichtingen, relaties, eenzaamheid, smaken en voorkeuren,… ze spelen allemaal een rol. Eten is een psychologische daad die heel passioneel kan zijn. Is het dan verwonderlijk dat het voor sommige mensen zo moeilijk is om bewust te kiezen voor gezonde voeding? Elke wijziging in het voedingspatroon moet heel geleidelijk worden geïntroduceerd, opdat deze blijvend zou zijn. In onze maatschappij stelt zowat iedereen zich vragen bij wat hij of zij eet. De invloed van de media is aanzienlijk geworden en we bevinden ons in een situatie die alsmaar tegenstrijdiger is: men kauwt ons voor dat we de hele dag door verkeerd eten om ons vervolgens een hele resem producten voor te schotelen die we wel zouden moeten consumeren. Anderzijds heeft men binnen de dieetleer serieus vooruitgang geboekt. Door de gekkekoeienziekte en andere ziektes, zijn de oerinstincten omtrent voedselveiligheid weer opgedoken. Toch zijn de hygiënevoorschriften nooit zo streng geweest als vandaag. We staan aan een tweesprong. Liefhebbers van gastronomie zullen het moeilijk hebben om hun welgevulde tafels te laten voor wat ze zijn. Maar door eenvoudig, smaakvol en biologisch eten kan ook je ook genieten. Het volstaat om je smaak te ontwikkelen. Het is eigen aan voedsel dat het ons begeleidt van de geboorte tot aan de dood. Dag na dag voeden we ons. En dat geeft aanleiding tot verschillende gedragingen. Voedsel zet ons lichaam in gang. Er bestaan zoveel voorstellingen van het lichaam als er individuen bestaan. Een persoon met anorexia zal zich bijvoorbeeld waanvoorstellingen over zijn of haar lichaam inbeelden en weigeren om het biologische lichaam te «belasten». Het biologische lichaam is niet «zuiver»; meerdere tonnen voedsel worden in een mensenleven verorberd. © Beth Van Trees - Fotolia.com In onze westerse maatschappij, waar zwaarlijvigheid zich meer en meer manifesteert, ontwikkelen meer en meer mensen anorexia. Een overvoede maatschappij komt tot stand door de uitbuiting van landen waar honger heerst. Anderzijds is er een overwaardering van het mager zijn. Standaardisering weigeren Het imago van een slank lichaam dringt zich op als een dictatuur waaraan moeilijk te weerstaan is. Ze veroorzaakt onnoembare schade aan levens van mensen, vooral van vrouwen. Noëlle Châtelet beweert dat een groot aantal excessen het gevolg zijn van een zeer sterk rolmodel, dat opgedrongen wordt door de maatschappij en waaraan men vreest niet te kunnen voldoen. Vandaar de ontelbare «standaard»diëten in vrouwenbladen. Met of zonder goedkeuring wordt elke vrouw onderworpen aan het dictaat van het «ideale lichaam», uiteraard slank en jong. Een lekkerbek moet zich hiertegen verzetten. Neen aan de standaardisering! Voor sommigen is voeding iets geworden dat hen bang maakt. Voeding en genot zijn een goed stel. Curnonsky merkte de parallellen op tussen de geneugten van een goede maaltijd en de liefde. Een tête- à-tête etentje is nooit neutraal in liefdestermen. Culinaire uitspattingen zijn bij zulke gelegenheden vaak onvermijdelijk. Het is triest om op zo’n ogenblik een dieet te volgen! Maar dieetleer en plezier hoeven niet tegenstrijdig te zijn met elkaar. Verre van. Voor j.C. Bonnet is jean-jacques Rousseau één van de stichters van de dieetleer. Ter herinnering: deze schrijver gelooft in een mens die niet is verdorven door de beschaving. Voor hem is honger een «goed instinct» dat men moet bevredigen zonder kunstgrepen, verfijning of luxe. Rousseau prijst een eenvoudige voeding aan, wat absoluut niet betekent dat je niet mag prehisgenieten. Hij heeft de beste gastronomische herinneringen aan eenvoudige kaas en een Italiaans brood. Daarin is hij dicht bij een «mediterraan dieet», dat ons een lang leven belooft: brood, olijven, kaas, fruit en groenten. Als je het menu vertaalt volgens de dieetleer: koolhydraten, eiwitten en vezels (brood); onverzadigde vetzuren (olijven); proteïnen en calcium (kaas); koolhydraten, vezels en antioxidanten (groenten en fruit)! Eenvoud. Soberheid. Het is waar dat er niets gaat boven natuurlijke smaken. Wie is er niet verbaasd over het genot dat een rauwe wortel kan verschaffen? En wat met chocolade? Zelfs de grootste voorstanders van gezonde voeding kunnen niet aan elke verleiding weerstaan. Verslaving aan chocolade werd in de jaren tachtig beschreven als een serieuze aandoening. Verwar deze «kwaal» echter niet met het plezier dat je jezelf gunt bij het eten van een klein stukje chocolade. De keizer van de Azteken ontzegde zich alvast dit genot niet; hij dronk Tchocoatl gearomatiseerd met honing alvorens één van zijn vele vrouwen te verwennen. Genieten van eten De Belgische voedingsdeskundige Alain Mahieu raadt een gevarieerde voeding aan en bevestigt: «In het kader van een natuurlijke voeding is genot een belangrijke gids. Voedingsmiddelen die goed zijn voor ons, geven ons een goed gevoel». Des te beter. Uiteraard komt het erop aan om te ontdekken wat deze voedingsmiddelen zijn. Om een voeding te vinden die perfect is aangepast aan je psychologie en karakter, is het belangrijk om vragen te durven stellen bij jezelf en bij je gewoonten. En dat is helemaal niet zo evident. Mensen zijn snel geneigd om van voeding een gewetenszaak te maken. Ze houden van strikte regels, scholen, systemen en zekerheden. Bovendien is het een heel complex domein. Er bestaan vele stromingen en vaak spreken ze elkaar tegen. Sommigen zijn vegetariër, anderen carnivoor en nog andere n eten macrobiotisch. In het kader van een gastronomisch dieet is het niet mogelijk te zwijgen over de consumptie van vlees. Sommigen beweren dat ze zich slap voelen als ze geen vlees eten, anderen houden van zijn smaak, nog anderen voelen zich schuldig wanneer ze vlees eten, omdat het niet past bij hun overtuigingen; nog anderen eten helemaal geen vlees. Dieetleer in de prehistorie Vlees wordt niet geweerd van de borden van voedingsdeskundigen die een terugkeer aanbevelen naar het voedingspatroon van onze voorouders. Deze strekking is ontstaan in Atlanta (VS) in 1985. Dr. Boyd toonde toen aan dat onze genen zo goed als identiek zijn aan deze van mensen uit het Paleolithicum, zo’n 40.000 jaar geleden. Volgens hem zijn we genetisch niet aangepast aan de huidige manier van eten. Een prehis torisch dieet zou dus zeer aangewezen zijn. Vlees speelt in dit dieet een rol naar keuze. Veeteelt bestond nog niet in het Paleolithicum. Men leefde van dierlijke resten en van de jacht op wilde dieren die zich voedden met wilde planten. Het vlees dat werd gegeten was dus samengesteld uit vetarme dieren (4% vet, tegenover 25% in het vlees van vandaag). En niet te vergeten, omwille van hun hoge voedingswaarde: insecten. Als sprinkhanen, termieten, mestkevers, rupsen, zijdelarven, schorpioenen en rode mieren deel zouden uitmaken van onze dagelijkse maaltijd, dan zouden we in goede gezondheid verkeren. Zie je insecten toch niet zitten, dan zijn schaaldieren een goed alternatief. Samen met spinnen maken ze deel uit van de familie van de geleedpotigen. Hun proteïnen zijn zeer vergelijkbaar. Zowat iedereen die de kans heeft gehad om insecten te proeven, zal je bevestigen dat de geur en de smaak bijna identiek zijn aan die van garnalen! Naast vlees dat 30% van de calorieën in de vorm van proteïnen vertegenwoordigde (twee keer meer dan de momenteel aanbevolen hoeveelheid), plukte de mens uit het Paleolithicum 70% van zijn voedingsmiddelen. Hij plukte fruit, bessen, wilde planten en wortels. Ze werden onmiddellijk na het plukken opgegeten, zonder verwerking. Dokter Boyd berekende dat onze voorouders op deze manier 3 tot 10 keer meer vitaminen opnamen dan wij, en 6 keer meer vitamine C. Verkeerden onze verre voorvaderen in goede gezondheid? Volgens dokter Bruno Mercier uit Perpignan, op basis van een studie van botten uit die tijd, wel. Er zijn geen tekenen van infecties, osteoporose of andere tekortkomingen 9000 jaar geleden: dezelfde broden als vandaag De komst van granen op het einde van het Paleolithicum was een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van de voedingsleer. In het begin van het Neolithicum, ongeveer 9000 jaar geleden, verscheen het eerste tarwemeel (gebuild brood, bijna hetzelfde als het onze), maar ook het eerste tandbederf. Er werd minder vlees gegeten, het aantal proteïnen ging erop achteruit, net als de gemiddelde lengte van de mens (mensen in het Paleolithicum waren rond de 1m80). Suiker en melkproducten deden hun intrede… en de ingrediënten van onze huidige voeding zijn hiermee compleet. Het prehistorische dieet dat sommige voedingsdeskundigen aanbevelen bestaat uit de consumptie van vlees, eieren, weekdieren, vissen, maar ook fruit, bessen, champignons, wortelknollen, bloemen, wilde grassen en niet-vervormde groenten in grote hoeveelheid. Melkproducten, granen en suikers komen hier niet in voor. Of je er «prehistorische eetgewoonten» op nahoudt of niet, let steeds op de kwaliteit van voedingsproducten. De kwaliteit van biologische producten is veel beter dan deze van massaproducten. Hoe minder het product is bewerkt door toevoeging van additieven, pesticiden, enz., hoe gezonder het blijkt te zijn voor je lichaam. Gezond en smaakvol. Biologische producten maken rijke, volle smaken vrij en zijn een weldaad voor de smaakpapillen. De vleeseters onder ons vrezen de opeenvolgende crisissen gekoppeld aan veeziekten. Zulke problemen leiden echter telkens tot nieuwe initiatieven om de kwaliteit te verbeteren. In de BioGenietenGids en op de website www.biotheek. be vind je een overzicht van adressen en belangrijke informatie over biologische producten in België. je vindt er ook uitleg over de verschillende biolabels. Labels met respect voor het dier Sinds een aantal jaren bestaan er labels die vleesproducenten strenge normen opleggen. Voorbeelden hiervan zijn het Meritus-label voor runderen en het BCV-label voor kalveren. Door te kiezen voor vlees met deze labels, ben je als consument zeker van een aantal zaken: de dieren zijn met respect behandeld, hebben in gedeeltelijke vrijheid geleefd en ze zijn niet onnodig behandeld met hormonen. Wat je eet is niet beperkt door een bepaalde hoeveelheid proteïnen. Het dier dat wordt opgegeten heeft een levenservaring achter de rug met vreugde en moeilijkheden. Deze ervaringen worden in de maag van het dier gestockeerd en mee geconsumeerd. In bepaalde tradities verontschuldigt men zich tegenover dieren die worden geslacht om tot voedsel te dienen, en men uit zijn dankbaarheid. Het is hoog tijd dat de barbaarse praktijken in de veeteelt, het transport en in de slachthuizen geboycot worden, in het voordeel van een resem criteria gebaseerd op respect voor het dier. Vandaar het belang van de keuze van de consument voor labels die zulk respect afdwingen. Voeding: drager van informatie In haar boek «Au coeur du vivant» geeft jacquelin Bousquet een hele reeks tips vanuit het volgende perspectief: vormen zijn dragers van informatie. Door te eten worden vormen stukgebroken in de mond en door de tanden vermalen. De niet-materiële informatie die vervat zit in de voeding wordt vervolgens doorgegeven aan de hypothalamus waar zich het centrum van de verzadigdheid bevindt. Het zou goed zijn om voedsel lang te kauwen met een gesloten mond. Toch toont de voedingspsychologie ons aan dat dierlijke eiwitten niet zo lang moeten worden gekauwd. Ze moeten niet in de mond, maar in slokdarm worden verteerd. Het kauwproces van dierlijke eiwitten (vlees, vis) heeft als doel om het vlees in stukken te snijden, zodat het de slokdarm kan bereiken. Lang gekauwd vlees vormt trouwens een niet zo smakelijke brij in de mond. Andere voedingsmiddelen zouden beter wel lang worden gekauwd. j. Bousquet beweert dat hoe meer men kauwt, hoe meer informatie men recupereert op het niveau van de hypothalamus. Het orgaan ontvangt informatie over levende voeding en antwoordt met een bericht van verzadiging. Spijtig genoeg is de toegediende voeding van vandaag alsmaar minder levend. Smaakverbeteraars geven foutieve informatie. Chemische producten doen de consument geloven dat het om onbewerkte voeding gaat, zoals bijvoorbeeld krab vol met glutamine. De glutamine verwijdt de smaakpapillen, zodat een kleine hoeveelheid krab volstaat om de indruk te krijgen dat je een volwaardige krab aan het eten bent! Vandaar het belang van de levende voeding in de samenstelling van onze maaltijden. Levend en rauw Levende voedingsmiddelen eten betekent biologisch en vers eten. Salades en groenten zijn op dat vlak belangrijke medestanders. Een van de belangrijkste kenmerken van 50% van de groenten is hun antioxidante werking. Ze vallen vrije radicalen aan. Deze, ter herinnering, dragen bij aan verkalking van de aderen. Slagaders kunnen verstopt geraken als aderen te veel verkalken. Tarwekiemen spelen een belangrijke rol in het kader van levende voeding. Ze vergen geen grote voorbereidingen, zijn makkelijk op te eten en te verteren. De vitaminen zijn erin aanwezig totdat je ze opeet (vitaminen verminderen zodra je ze versnijdt). Ze zijn een bron van oligo-elementen zoals chroom, zink, kobalt, selenium, jodium en silicone. Azukibonen, rode bonen die al eeuwen in Azië worden gekweekt, ontkiemen zeer snel, zijn lekker en hebben een hoge voedingswaarde. Andere producten die je makkelijk vindt in de natuurvoedingswinkel zijn rupsklaver, radijsjes, linzen, kikkererwten, pompoen en zonnebloem. Rauw of licht gestoomd behouden voedingsmiddelen hun originele smaak en blijken ze veel gezonder te zijn. Enzymen, vitaal in het chemische proces van het lichaam, worden hoofdzakelijk via de voeding opgenomen. Maar deze enzymen zijn delicaat. Ze kunnen geen licht verdragen en zeker geen warmte. Als voeding wordt gekookt, dan worden enzymen voor 100% vernietigd. Het lichaam moet dan zelf enzymen aanmaken… en geraakt uitgeput. Vitaminen worden voor 70% procent vernietigd door de groenten te koken. Een kool die je in kokend water gooit verliest 75% van zijn vitamine B! Lang leve de rauwe kool. Rasp, snijd in stukjes en eet elke dag een beetje rauwkost. Maar voedingsstoffen worden niet vernietigd door ze licht te stomen. je kan alles stomen: groenten, maar ook gevogelte, eieren en vissen. Een ander volwaardig alternatief: je kan je voedingsmiddelen koken met heel weinig water. Hiervoor heb je een pot in roestvrij staal nodig. Hierdoor gaan ook heel weinig actieve elementen van de voeding verloren. Stoven is nog een gezonde manier van koken. Epicurisme en Ayurveda Een goede maaltijd maakt men klaar met goede ingrediënten, dat is duidelijk. Ze wordt echter ook met liefde klaargemaakt en als dat kan in aangenaam gezelschap verorberd. Dat maakt haar vaak smakelijker dan vele dure en verfijnde gerechten buitenshuis. Maagzuur wordt bovendien vermeden door harmonie en een goede verstandhouding. De Griekse filosoof Epicurus ging nog verder door te beweren dat een goede vertering aan de basis ligt van geluk en dat een slechte vertering het moraal verziekt en dat je ze moet bestrijden. De traditionele Indiase geneeskunde, de Ayurveda, beweert dat het merendeel van de ziektes terug te voeren is tot een onevenwicht in het verteringssysteem. Om deze bewering kracht bij te zetten, wijzen aanhangers van Ayurveda erop dat het lichaam in constante vernieuwing is. 98% van de atomen van het lichaam worden elk jaar vernieuwd. Ons lichaam wordt elke vier jaar volledig opnieuw aangemaakt, tot de laatste atoom. En deze constante vernieuwing van het organisme is gekoppeld aan het verteringsproces. Ayurveda beschouwt de vertering als een verbranding en een manier om «intelligentie » uit voedingsmiddelen te halen. Een van de belangrijkste basisprincipes van deze geneeswijze is «agni», het innerlijke vuur dat de gezondheid beheerst. Het innerlijke vuur kan op een gepaste wijze worden gevoed of worden verwaarloosd. Als de vertering goed werkt, dan maakt het lichaam «ojas» aan. Deze biochemische substantie is de brug tussen lichaam en geest. Als er voldoende van wordt aangemaakt, dan krijg je een gevoel van lichtheid, eetlust, een vlotte vertering en uitscheiding, een goede immuniteit en veel energie. Een gelukselixir als het ware. Daartegenover staat een andere substantie, «ama». Hiermee voel je je ziek, zwaar, slaperig, labiel, met spijsverteringsmoeilijkheden. Door de hele dag door warm water te drinken, kan je deze giftige substantie wegwerken. Ama is kleverig en vet; warm water lost ze op. De frequentie is belangrijker dan de hoeveelheid. Warme soep eten en kruidenthee drinken zijn gezond, maar hebben niet hetzelfde effect als het drinken van warm water. Naar verluidt word je het helende effect van deze methode snel gewaar. De zes smaken In de Ayurveda bestaat een evenwichtig dieet altijd uit de volgende zes smaken: · Zoet. Gesuikerde producten zoals suiker en honing, maar ook rijst en deegwaren, melk, boter en room. · Zuur. Citroen, azijn, en yoghurt, maar ook pruimen en kaas. · Zout. Alle zoute voedingswaren. · Scherp. Pikante kruiden, Cayennepeper, Spaanse peper en gember. · Bitter. Dit zijn de bladgroenten: de salades, andijvie, spinazie. · Samentrekkend. Boontjes, linzen, granaatappel, appels, peren.
Paru dans l'Agenda Plus N° de